| Groenewegen, Aelbrecht -van- |
|
| Geslacht | Man |
| Leeftijd | ± 75
|
| Geboren | ± jun 1631 te Delft, Zuid-Holland, Netherlands |
| Overleden | di 1 jun 1706 te ’s-Gravenhage, Zuid-Holland, Netherlands |
| Begraven | |
| Beroep | Doctor medicine |
|
| Vader | Groenewegen, Christiaan -van- |
| Moeder | Graeff, Machteld van der |
| | |
| Zus | Groenewegen, Maria |
| Zus | Groenewegen, Clasina |
| Zus | Groenewegen, Clasina |
| Zus | Groenewegen, Claesge |
| Zus | Groenewegen, Helena |
| Zus | Groenewegen, Ariaentgen |
| Zus | Groenewegen, Ariaentgen |
| Broer | Groenewegen, Adriaen -van- (6) |
| Broer | Groenewegen, Jacobus |
|
| Huwelijk | wo 17 jul 1669 te Delfshaven, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands |
| Met | Verburgh, Anna |
|
|
| Notities | (1) Aalbrecht (Aelbrecht, Albertus) Groenewegen
Gedoopt op woensdag 18 juni 1631 te Delft in de oude kerk (getuige(n): Aelbrecht van de Eijk en Aeltgen Aelbrechts van der Graeff)
Ondertrouwd op zondag 30 juni 1669. Ondertrouw 30 juni 1669 ’s-Hage, 29 juni 1669 Delft en attestie gegeven 20 july 1669 op ’s-Hage, 17 july 1669 Delfshaven en attestatie gegeven naar ’s-Hage en Delft
Overledene: Aelbregt van Groenewegen Plaats: Delft Datum begraven 17-07-1706 (Oude kerk) Opmerkingen: overleden in den Haeg
http://www.nationaalarchief.nl/: [?]Albertus van Groenewegen (ca 1625-1715)
Doctorsbul, uitgereikt bij zijn promotie in de medicijnen aan de Universiteit van Leiden.30 september 1653
Akten, houdende verzegelde mutuele testamenten van Albertus van Groenewegen en Anna Verburck, afgelegd voor Paulus Durven, notaris te Delft. 1699, 1703
Inventarissen van de nalatenschappen van Albertus van Groenewegen en Anna Verburck, met stukken betreffende de boedelscheiding.1709-1717
Sententie van de Hoge Raad van Holland en Zeeland, houdende de toewijzing van een vierde deel van zijn nalatenschap aan Philips van den Brande. 31 juli 1716
Stukken betreffende de voortzetting van het geschil om de verdeling van zijn nalatenschap.1716-1756
Sententie van het Hof van Holland, houdende de toewijzing van een vierde deel van zijn nalatenschap aan de nakomelingen van Albertus van der Mast. 30 november 1741 |
|